Zo hoog heb ik het nog niet gezien dit jaar
En dan bedoel ik de waterstand op 28 december 2009. Ik wilde vanmorgen naar het puntje gaan maar stond al met één voet in m’n laars toen Waldi belde met de mededeling dat het windstil was op het Haringvliet. Of we gingen met de boot. Hij moest nog wat aan zijn auto doen maar kon om 01.00 uur bij mij zijn. Mijn laars was zo uit en moest nog even m’n andere vis spullen bijeen zoeken om te vertikalen. Die waren vanwege jicht, wat ik niemand gunt en interne verhuizing al negen weken niet gebruikt. Een persoonlijk record (PR) dus. Had dus alle tijd ervoor zelfs voor de bekende uitsmijter met spek en was ruim op tijd klaar voor ons avontuur. Het water stond echt hoog in het Haringvliet en aan het vuil te zien heeft het nog een metertje hoger gestaan. Alle sluisdeuren op vier na staan dan ook open maar het water is zo helder als glas.
Dat was zondag wel anders op de Oude Maas volgens mijn vismaatje was het water daar dik (bruin) en de vangsten bedroevend slecht. Met drie man 1 visje vangen is met recht bedroevend slecht. Vandaar dat Waldi het nog moest zien of we wat zouden vangen maar ik ben altijd positief. Soms misschien wel té want na een uurtje op onze stek te hebben rond gezocht nog steeds geen enkele aanbeet kreeg mijn zelfvertrouwen toch al een aardige deuk. We visten de randen af van 20 naar 8 meter en maar zoeken naar een tikkie. Ik gokte namelijk op een metertje of 12. Het is toch zoeken als je een tijdje niet bent geweest of zouden we het hebben verleerd. Tis toch zeker net als fietsen.
Bij de andere boten zagen we ook geen kromme hengels en aan het verkassen te zien van stek naar stek viel het daar ook niet mee. Wel visten ze dieper dan wij maar ik geloof nu eenmaal in deze stek. Het is tenslotte “onze” topstek dus bleven we proberen met kleuren, staarten veranderen en wisselende bewegingen van de top om de sjet te bewegen en de vissen tot aanbeten te verlijden. Al was dat maar om voedselnijd of agressie op te wekken door gebruik te maken van relatief grote sjets met dito staart om flink herrie te maken op de bodem. Ik zag grote scholen witvis voorbij trekken op de visfinder en op de 7 meter stukken dikke bellen plakaten van de brasems. Er is veel beweging dus de snoekbaars kan nooit ver weg zijn. Die zwermen altijd rondom die scholen heen maar wij eten ook niet heel de dag door op een uitzondering volgens mij na. Het is afwachten totdat die rovers gaan jagen of te wel gaan azen in het vakjargon. Wij gaan dus ook maar naar dieper water door de boot een metertje of vijf door te trekken. Jaja dit is een heel scherp talud hier. Dit doen we niet graag want de vissen hebben dan last van het drukverschil. Je moet ze echt niet te snel naar boven trekken dus de kans op lossers is dan heel erg groot. Minstens de helft van de aanbeten raak je dan half water kwijt.
Maar je wil wel een kromme godfather dus we zakken af naar dieper water en op 24 meter, het talud loopt daar van 34 naar 7, krijg ik een hele zachte aanslag op mijn sjet. Bijna niet te registreren en zet de haak. Ik zit vast en als een zak komt er iets mee naar boven om na een metertje of twee los te laten. Chips, eindelijk een kromme hengel… waarop m’n maatje zegt ik heb niets gezien maar zijn ogen zeggen des te meer. Laat m’n sjet weer vallen en krijg geen bodem. Ik sla voor de zekerheid en weer hangen. Nu voor de zekerheid de vis kort houden en de eerste meters neem ik zo als lukt lijn. Je weet gelijk dat het een mooie is. Hij staat even stil en is er geen beweging in te krijgen. Dat lijkt een eeuwigheid maar is in werkelijkheid seconden en dan komt hij als een baal stro enkele meters mee om daarna 4, 5 keer door de slip heen te rammen een tiental meters lijn nemend. Fantastische momenten zijn dat om even later al zeilend de laatste meters naar boven te komen.
En aan de oppervlakte neemt hij dan toch nog een run om zich dan over te geven en op zijn zijflank naar het schepnet, in dit geval een lange Boga Grip weliswaar van Berkeley, dat in tegenstelling tot de vissen rond de 50 cm. Die knallen bovenwater nog wel eens en blijven spartelen als je ze de ruimte geeft. Maar die runs half water… die vergeet je niet. Daar droom je van.
Het is een heel mooi en gaaf mannelijk exemplaar van 75cm met een extreem grote staart. Dat die maar voor heel veel nageslacht mag zorgen. Als we in ieder geval deze maat en groter terugzetten dan worden deze genen door gegeven en gaat het hopelijk niet als bij de kabeljauw die steeds kleiner paai rijp zijn om te overleven. De vis zit maar net gehaakt aan de dreg. Ze pakken dus maar net het staartje. Vandaar die voorzichtige en extreme zachte aanbeten. Tis heel raar maar de volgende aanbeten variëren van keihard en zit de Fox van 15 cm achter in zijn strot en dat vooral bij de vissen rond de 60 cm om vervolgens bij de extreme zachte aanbeet maar net het staartje te pakken en dat zijn toch overwegend de mooiere exemplaren.
Nu we ze hebben gevonden gaat het goed en we hebben gewoon een goede middag. Zelfs beide tegelijkertijd aanbeten en we vissen toch expres zover mogelijk uit elkaar om een zo’n groot mogelijk gebied af te vissen. Onze hengels zijn 1,90m + 2 m boot dat is dus een flink stuk wat we afvissen. Maar misschien zijn ze al scholen aan het vormen om zo dadelijk nesten te maken en eieren af te zetten. Het is er nog wel vroeg voor. Heerlijk en het is zo goed als windstil maar als het al begint te schemeren wordt het toch koud en we gaan er voor donker uit.
We zijn een kleine drie uur op het water geweest waarvan we twee uur na ze gevonden te hebben goed hebben gevangen. Weer een heerlijke middag gehad. Net de Trouthbuster aan de lijn gehad. Of we morgen zijn nieuwe Buster L kunnen dopen in het Haringvliet. Ik geloof dat ik wel een paar uurtjes vrij voor kan maken dus ik ben present om 09.30 uur samen met de BassMeister. Dat verslag volgt dus nog. Gr.BassBuster.