Volle Maan, Noorderwind

Woensdag 10 september 2014 gaan we met de Mourik Gang Giebelen. Die hebben we nog allemaal op onze verlanglijstje staan en Mario weet een water niet al te ver van ons vandaan waar er af en toe worden gevangen. Dat moet gaan lukken maar onze “werk” tijden lopen niet parallel zal ik maar zeggen. In dat werk gaat veel vrije tijd zitten.

Arie kan het niet te laat maken vanavond wat die gaat de nacht in en Mario kan pas om drie uur ‘s middags beginnen want zijn winkeltje sluit om twee uur. Joop kan zijn tijd zelf indelen, tenminste als Jenny dat goed vindt en bij mij is dat ongeveer van hetzelfde…

Kan niet zeggen dat er niets gebeurt onder water tis weer net zo druk als vorige week.

Dat is vandaag dus niet zo moeilijk kiezen. De eerste giebel moet voor Arie en mij dan maar even een weekje wachten en we gaan er in op de helling in Stellendam. Het is mooi weer, geen regen en Bfr3-4 dus we gaan onze vaste stekken af of vadertje glasoog te foppen is op het Haringvliet. Maar daar kunnen we kort over zijn. Arie heeft deze middag twee aanbeten gehad en ik een losse (twee meter meekomen en loslaten) en ook een aanbeet waar ik een gat in de lucht slaat. Terwijl er leven genoeg is op de stekken maar we kunnen ze niet trickeren tot een aanval op ons kunstaas. Wat een aasvis overal. Wolken witvis schuift er af en toe voorbij. Er is genoeg te vreten voor de roofvis en ik denk dat die af en toe door zo’n school heen knallen en vol(daan) weer op de bodem liggen rond zo’n fourageer plek. Als wij dan rond zessen er weer uit gaan zitten Joop en Mario net geïnstalleerd op hun nieuwe gevonden stek

Ook niet wild maar Mario heeft zijn specimen.

Daar is het ook niet wild, wel wordt er af en toe vis gevangen en Mario heeft zijn eerste Giebel te pakken. Joop moet nog een keertje voor straf terug maar dat zal die niet erg vinden. Zie het Giebel avontuur met Joop Flohil op FB Mario Roobol. Wij, Arie en ik gaan het zeker volgende week ff proberen. We hebben er ook echt zin in om gericht weer een vis soort te vangen in Nederlands water

De giebel (Carassius gibelio) is de oorspronkelijke goudvis. Deze exoot, die oorspronkelijk uitAzië komt, komt voor in het zoete water van de Benelux. De giebel wordt ook wel “wilde goudvis” of “witte goudvis” genoemd. Inmiddels wordt de giebel algemeen als een aparte soort gezien met de wetenschappelijke naam Carassius gibelio. De meeste giebels die in Nederland worden gevangen hebben een grijsgroene kleur. Ook hebben ze een vrij puntige wat naar boven geknikte kop. Ook exemplaren zonder deze typische kenmerken worden gevangen. Giebels zijn goed te onderscheiden van kroeskarpers door het kleinere aantal schubben op de zijlijn(28-31 tegen 33-36). Ook hebben kroeskarpers bolle vinnen en een ronde bek. Bij kleine exemplaren is het onderscheid ook makkelijk doordat alleen kroeskarpertjes een zwarte vlek bij de staartbasis hebben. De algemene lichaamsvorm is ook meer spoelvormig dan schijfvormig zoals bij kroeskarper.

Ze zijn goed te onderscheiden van karpers door het ontbreken van baarddraden. Dit is echter niet altijd makkelijk te zien bij kleine exemplaren. Karpers hebben ook veel meer schubben langs de zijlijn (33-40).

De verspreiding Azië (China, Taiwan, Korea, Japan, Kolyma Rivier, Amoer). De natuurlijke verspreiding schijnt vanaf West-Siberië tot de Ponto-Caspische regio te zijn. In Europa komt de giebel oorspronkelijk voor in Roemenië, Bulgarije, Griekenland en Turkije. De soort komt al sinds de zeventiende eeuw in Duitsland voor. De giebel is een triploide vruchtbare vis. Hierdoor kunnen eitjes die niet bevrucht zijn opgroeien tot wat effectief een kloon is van de moeder. Mogelijk is het voorkomen van verschillende klonen de oorzaak van plaatselijke typen van de giebel. Een vrouwtjesgiebel legt gemiddeld 268.000 eitjes, meerdere keren per jaar. De giebel kan meerdere keren per jaar paren waardoor de druk op voedsel en ruimte enorm kan zijn.

Taxonomisch is de naamgeving van de giebel C. a. gibellio en de goudvis C. a. auratus interessant; je krijgt de indruk dat van beide ondersoorten de goudvis de oervorm is, terwijl dit natuurlijk andersom is. Onder moderne naamgevingsregels zou de goudvis waarschijnlijk niet eens als een ondersoort erkend worden.

Ga er steeds meer in geloven dat Mario gelijk heeft. Dat de volle maanstand met noorderwind geen hengelsport weer is. Nu stond dinsdag en woensdag de maan het dichts bij de aarde en dat maken wij niet meer mee en waarschijnlijk onze kinderen ook niet zie ik op het journaal.

Heb daar nooit veel waarde aan gehecht je moet gaan vissen wanneer je tijd heb. Vissen is meer dan vangen anders had het wel zo geheten “vangen”. Het is sowieso de laatste weken taai op het Haringvliet maar dat is elk jaar het geval deze tijd van het jaar. Heel veel speltaas dat eerst opgevreten moet worden door vogels, krabben vissen etc. Volgende maand beginnen de snoekbaarzen zich te groeperen, zal de watertemperatuur gaan zakken en de helderheid verdwijnen door het waterafvoer van bovenaf door de herfst buien. Dat er maar flink wat mogen vallen daar boven bij onze Oosterburen is goed voor de boeren daar…

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *