Vissen in 7Huizen

Onze karpers vandaag.

Vandaag 14 augustus 2014 ga ik met Peter vissen in Zevenhuizen op één van zijn vaste stekken. Het is een brede uitloop, een stukje ongerepte natuur tussen de A12 en een spoorlijn volop met riet gemiddeld zo’n metertje tussen een een uitgebreid water systeem van grachten en afwatering kanalen. Een perfecte plek denk ik in voor en najaar als de temp. niet te hoog oploopt en er geen zuurstof te kort is.

Het zal hier net als in in de polders van Hellevoetsluis zijn waar alles doorloopt naar de Vesting grachten en in het voorjaar komen alle dikke karpers door die kleine slootjes heen vanaf groot water waar ze hebben gepaaid naar de Vestinggrachten om te foerageren. Dat gevoel heb ik met dit water waar Peter me heeft heengebracht. Eén van zijn stekken waar hij altijd vist in zijn woonplaats. Deze dag stond al lang in de planning vanaf vorig jaar toen hij eerst bij mij was wezen vissen zie verhaal; http://www.bassbuster.nl/vissen_met_freek/Visverhalen/Artikelen/2013/11/6_Dan_maar_vanaf_de_kant.html. van vorig jaar. Het weer is nu in ieder geval een stuk beter als toen aan het Haringvliet. Als de vangsten nu ook nog goed zijn kan het niet op vandaag. Heerlijk

Ik mag de eerste blankvoorn vangen.

Het kwam nu helemaal goed uit want ik heb een Opel van ‘2000 en daar moest vijf jaar geleden al de distributieriem van worden vernieuwd nadat ik hoorde van Leo dat dat wel een belangrijk onderdeel was. Bij wat navraag bij Theo mijn garage waar hij in onderhoud is was dat een serieus item. Als die kapot gaat dan kan je je auto naar de sloop brengen dus tot nu toe heb ik stinkent geluk gehad. Die had moeten vervangen worden na negen jaar of 90.000 km. Daar zit ik ruimschoots overheen. Peter is de grootste Opel dealer van Zuid Holland dus die stelde voor om de auto na te kijken of het qua koste nog zin heeft dit te vervangen. Want zelfs met de 20% korting die Opel geeft op auto’s ouder dan tien jaar is dit een aardige kosten post. Als dan de auto wordt nagezien kunnen wij mooi gaan vissen was onze gedachtegang. Op naar die dikke karpers die Peter hier altijd vangt op zijn “geheime” stek.

Peter kan niet achter blijven natuurlijk.

Het is heerlijk weer, we zitten uit de wind achter hoge bomen lekker in het zonnetje en voeren eerst met pellets en zoete maïs op enkele plekjes langs het riet en tuigen daarna de hengels op. We zitten aan het uiteinde van de kom vlak voor de duikers vanwaar het water komt uit de vaarten dus als er vis is moet dat hier zijn. Het zonnetje en de wind staat op deze kant en doordat het water door die duiker heen spoelt tussen die dikke rietstengels de meeste zuurstof dus veel onderwater leven en dus zat te vreten voor wat grotere vissen als muggelarven, slakjes, broed, watertorretjes etc. We zie soms aasvis van twee drie centimeter aan de overkant massaal opspringen dus zodadelijk pak ik misschien de DropShot hengel ook nog uit. Door die lichte stroom blijft ons pennetje mooi staan tegen de wind en golfjes in en wordt zo niet meegetrokken door de lijn die zo mooi recht blijft liggen naar het pennetje toe. We hier zitten perfect

Peter laat zich op zijn eigen water niet kennen.

Maar na een uurtje zijn we het er over eens dat de karpers het laten afweten aan deze kant. We bereiken met onze techniek van vandaag niet de overkant bij het riet omdat het daar voor te hard waait. Dan moet je echt met bollies vissen met het zelf haak systeem en bijbehorende lood om afstand te overbruggen. Zwaardere dobbers is ook een optie maar dan zal er een grote bocht door de wind in de lijn getrokken worden en  za de dobber meenemen. Nu zou ik de Matchhengel (systeem) goed kunnen gebruiken dan kan je de lijn onder water trekken. Er komen vissers terug van wat verder op en die hebben er eentje gevangen maar aan de overkant vlak tegen het riet aan dus met bollies. Wij laten er ons niet door uit  het veld slaan en gaan door met onze techniek, het vissen met maïs en pellets aan deze kant van de plas gewoonweg omdat we geen ander materiaal bij ons hebben en met die wind de overkant niet bereiken met onze lichte visserij. Wel hebben we konstant beet van kleine witvis maar met drie maïs korrels aan een wat grotere haak hopen we dat als er een karper op de voerstek verschijnt de maïs niet si leeg gezogen door dat kleine grut. Vanwege de haakgrootte kunnen ze het niet op eten dus slepen ze er mee van links naar rechts over de stek heen. Dat is prima misschien activeren ze de grotere exemplaren tot azen. We vangen wel af en toe een Blankvoorn maar daar zal het bij blijven. De spanning is er wel als de pen omhoog komt wanneer het onderste loodje van de grond wordt getild en dan langzaam schuin weg trekt…

Blankvoorn

De blankvoorn (Rutilus rutilus, synoniem: Leuciscus rutilus) is een vis uit de familie van de karperachtigen. In Nederland is het de algemeenst voorkomende vis, die in bijna ieder watertype in grote aantallen voorkomt.

Over het algemeen kan de blankvoorn herkend worden aan de rode vlek in de iris boven de pupil. In de grote rivieren en andere watertypen zijn de ogen soms bleek. Ook de kleur van de vinnen kan variëren van bleek tot rood. Het bovenlichaam heeft een wat blauwe kleur en het onderlichaam is wit. De aarsvin heeft een korte basis (12-14 vinstralen) evenals de rugvin (12-14). Het aantal schubben langs de zijlijnvarieert van 39 tot 48. De blankvoorn is een vrij slank visje maar wordt langzaam wat hoger van bouw bij een groter formaat.

De blankvoorn wordt zo’n 45 centimeter groot. Hij bereikt dit formaat vaak in de grote rivieren en in zandafgravingen. In kleinere wateren wordt de blankvoorn vaak niet groter dan 30 centimeter. De blankvoorn komt ook vaak in relatief voedselarm water als dominante vis voor en wordt dan niet veel groter dan 25 centimeter.

De blankvoorn kan met veel andere karperachtigen verward worden. Vooral de rietvoorn en winde lijken veel op de blankvoorn, zeker in de jongere stadia.

  • De rietvoorn heeft een bovenstandige bek en een sterk oplopende mondspleet. Hij heeft nooit een rode vlek in het oog.
  • De winde heeft een ronder lichaam, een grotere bek, kleinere schubben (55-61 schubben langs de zijlijn en bleke ogen.
Dan gaat het plotseling hard qua aantallen.

Als we bij onze tweede voerplek gaan zitten valt de wind wat weg en kunnen we hier de overkant bereiken en zelfs zonder voeren gaat het plotseling hard en vangen de ene na de andere ruiser zou Jan Schreiner zeggen. Mooi ruisvoorns het zijn geen bakken maar op mijn oude glashengels de Shakespeare International Carp 1810 van bijna 40 jaar oud die ik met dat soort penvisserij steeds meeneem doet het uitstekend en op dit lichte materiaal hebben we dikke pret.

We zitten heerlijk hier in het zonnetje.

En er zit zo af en toe een beste bij en wat zijn ze mooi die ruisvoorns of rietvoorn. Goudkleurige rug en van die mooie rooie vinnen. Maar achter ons staan die hoge bomen en zodra de zon achter die bomen zich verschuilt valt het stil met de aanbeten om weer te beginnen als de zon wat verder is om de boom heen naar de volgende. De vissen zwemmen dus duidelijk langs de rietkraag in het warmere water en zijn aan het azen voordat de schemer invalt

Ruisvoorn

Foto van een zwemmende ruisvoorn met riet in de achtergrond

De ruisvoorn (Scardinius erythrophthalmus) is een inheemse soort, die leeft in de zoete wateren in de Benelux. De ruisvoorn, ook wel rietvoorn, “rode rijer” en “roodvoorn” genoemd, wordt ongeveer 35 centimeter lang en weegt dan ruim 500 gram. De grootste die tot op heden in Nederland is aangetroffen was 46 cm lang en woog 1600 gram. De ruisvoorn is een licht afgeplatte vis, die in het volwassen stadium steeds hoger en steviger wordt. Hij heeft felrode buikvinnen, aarsvin en staartvin. De rode vinnen worden meer uitgesproken naarmate de vis groter wordt. De kleur kan naar gelang leeftijd en milieu variëren van groenzilverachtig zoals bij de blankvoorn tot goudkleurig. Het oog is bleekgeel, wat op grond van de wetenschappelijke naam (erythros = rood en opthalmus = oog) niet verwacht zou worden. Hij heeft 40 tot 43 schubben op de zijstreep. Hij heeft een bovenstandige bek en de mondspleet wijst omhoog. In de juveniele stadia heeft de ruisvoorn een vrij spitse kop.

Ruisvoorn wordt vaak met de blankvoornverward. Er zijn wel enkele verschillen:

  • De blankvoorn heeft een rood/oranje vlek boven de pupil. Dit is bij kleine exemplaren al duidelijk. Het oog van de ruisvoorn is egaal geelachtig.
  • De rugvin van de ruisvoorn is verder naar achteren geplaatst.
  • De bek van de ruisvoorn is bovenstandig, van de blankvoorn eindstandig.

Ook verwarring met de winde is mogelijk. De winde heeft een veel grotere en eindstandige bek en veel meer schubben langs de zijlijn (55-61). Verder moet ook rekening gehouden worden met kruisingen (hybriden) met blankvoorn, winde, kolblei, brasem en alver. In Ierland worden wel kruisingen van brasem en ruisvoorn (F1 genoemd) kunstmatig geproduceerd en uitgezet ten behoeve van de hengelsport.

De ruisvoorn komt veel voor in iets voedselrijker helder water met veel waterplanten. Hij leeft in scholen aan het oppervlak van het water. Omdat de ruisvoorn in dit type water een van de dominante soorten is wordt het ook wel het snoek/ruisvoorn-watertype genoemd. De ruisvoorn paait normaal van april tot juli. Naast insecten en zaden, eten ruisvoorns ook veel waterplanten als de watertemperatuur boven de 18°C komt, zodat ze voor tuinvijvers en aquaria niet aan te bevelen zijn. Anderzijds zijn het wel fraaie vissen met felrode vinnen die zich goed laten zien. De ruisvoorn is een belangrijke bron van voedsel voor snoek in het bovengenoemde watertype.

De ruisvoorn is vaak in de buurt van het wateroppervlak te vinden en zoekt daar ook zijn voedsel, hoewel hij ook, voornamelijk in de koudere seizoenen, in de buurt van of op de bodem gevangen kan worden. De ruisvoorn wordt bevist met vaste hengel vlokhengel ultralichte spinhengel, Match-Feeder-wincler picker en omdat de ruisvoorn goed te bevissen is met de vliegenhengel is hij ook geliefd geworden bij vliegvissers. Omdat hij vaak leeft in water met veel waterplanten, wordt soms een relatief dikke draad aanbevolen, maar over het algemeen wordt er met veel succes met dunne lijnen op ruisvoorn gevist. De voorn kan gemakkelijk gevangen worden met vers brood, kempzaad, maden, maïs, kaas, regenwormen, deeg en aardappels. Op de vliegenhengel kunnen zowel droge vliegen als natte vliegen en nimfen gebruikt worden.

Vooral grotere ruisvoorns zijn schuchtere vissen die voorzichtig benaderd dienen te worden als ze zich nabij het oppervlakte bevinden of in ondiep water. Het voorzichtig benaderen van het water en het houden van de nodige afstand tot de vis is vaak een belangrijk onderdeel van de vangtactiek. De ruisvoorn is een goede vechter in verhouding tot zijn formaat, eens aan de haak geslagen. Door de combinatie van de nodige tactiek en zijn vechtlust, staat de ruisvoorn bekend als een gewaardeerde sportvis, op voorwaarde dat er met ultralicht materiaal wordt gevist. Voor het vissen met een pennetje aan een vlokhengel of vaste hengel gaat het dan om hengels gemaakt voor een nylon lijndikte van 10/00 tot 14/00 mm (± 1 tot 2 lbs). Indien een spinhengel wordt gebruikt gaat het om een hengel met een werpvermogen van 2 tot 3 gram in combinatie met zeer kleine spinners (een blad van ±1 cm). De vliegenhengels die aangeraden worden voor de visserij op ruisvoorn zijn ontworpen voor een aftma 2- tot 3-lijn. De ruisvoorn kan ook gevangen worden op zwaarder hengelmateriaal, maar dan kan hij zich niet volledig ontplooien tot de sportvis die hij waard is voor vele hengelaars. Zwaarder materiaal maakt het meestal ook moeilijker om het aas op een geraffineerde manier aan te bieden.

Naast het gericht vissen op grotere ruisvoorn als sportvis, wordt er ook op vooral kleinere exemplaren gevist om ze te gebruiken als aasvis voor de visserij op roofvis zoals snoek snoekbars of paling. Deze wordt dan levend aangeboden (verboden in Nederland), of dood, in zijn geheel of delen er van, afhankelijk van de beoogde vangst. Over het algemeen worden ruisvoorns vanaf 25 à 30 cm gerekend tot grotere exemplaren, vissen vanaf 40 cm gelden algemeen als topvangsten. Onder de 15cm worden ze gerekend als kleinere exemplaren.

Zodra de zon weg is is het over.

Om dan dus weer te starten als de zon de volgende boom is gepasseerd. We hebben hebben het fantastisch naar de zin zo. De tijd vliegt en het gaat richting half tien. Het zal zo gaan schemeren maar de karpers laten het vandaag af weten. We malen daar niet om. Het was weer een heerlijke middag met twee hengelsportliefhebbers. De zon is inmiddels bij ons stukje riet aan de overkant geheel verdwenen en dan wordt het frisjes. zeg maar gerust koud. We nokken af. Ingrid heeft heerlijk spagetti gemaakt en dat staat op ons te wachten. Opscheppen zou ik zo zeggen en dat kan Peter prima. Toch moet ik na m’n vierde bord m’n meerdere erkennen. Heeft tie met wee keer verslagen vandaag met één ruiser verschil op zijn thuiswater en twee eetlepels pasta. Heb trouwens nog nooit zo’n mooie verzameling gezien van oude vis spulletjes als bij Peter boven in de vitrines. Zal daar zeker eens een Bassbuster avontuur over maken.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *