Land van Paling met Leo
Gisteravond maandag 18 mei 2020 nog de Vestinggracht bezocht, ff in Land van Paling gezeten waar ze kleine karpertjes hebben uitgezet. Fantastisch vissen met een lichte hengel. Vis vanavond met een winklerpickertje van 2m70 en 20-60gr en mijn nieuwe gescoorde molentjes.
Als ik aankom dan zijn de beste stekken natuurlijk bezet. Voor de zekerheid vraag ik in de bocht daar waar je dus twee kanten uit kan vissen en heerlijk kan zitten met z’n tweeen. Want Leo komt zodadelijk er ook even bij zitten.
Je heb al het geluk van de wereld hoor ik de mannen zeggen. Wij gaan zo weg. Mooi, mooi ik wacht wel ff met installeren en kan ik gelijk informeren hoe het is gegaan. tweeëntwintig karpers hebben ze gevangen. Wel vanaf vanmorgen vijf uur dus volgens de mannen valt dat allemaal wel mee. Dat is net geen twee karpers per uur gedeeld door vier hengels. Tja dan valt dat zeker tegen. Heel gek ook bijna allemaal op één hengel terwijl de andere drie allemaal precies hetzelfde aas hebben en dito afstellingen. Dat hebben we op de boot ook wel eens dat er eentje is die alles vangt maar dat kan je wijten aan concentratie, elk heuveltje en gaatje meenemen op de bodem, het bewegen van de shad, daar zijn tientallen bewegingen die anders kunnen zijn maar vooral in je hoofd. Rust en concentratie zijn de belangrijkste factoren. Maar hier met een zelfhaaksysteem is dat raar.
De mannen zijn wel goed uitgerust. De ene met een method feeder en de andere voert met een bootje en vist dus met een 50grams loodje. Ook een zelfhaaksysteem je weet immers dat je haakaas midden in de voerplek ligt want alles breng je met een voerboot. Met de method ligt je aas natuurlijk ook midden in het voer aangeleverd door de korf maar het ligt nooit precies op de vorige worp dus je voerplek is wat groter. En wil je voedselnijd creëren dan moeten de school vissen moeten dringen om wat te kunnen vreten. Des te eerder zullen ze het aas met de haak voluit pakken.
Als de mannen inpakken komt Leo er aan. Mooi we zitten hier heerlijk. Wel moet hij zo wat ophalen in Oostvoorne. Een paar Shimano’s 1000. Die had hij nog niet in zijn verzameling kompleet zal ik maar zeggen want hij heeft er wel een paar…
Het is er heelijk vertoeven en die kleintjes pak ik tegen de vesting muur aan. Daar is het water natuurlijk warmer. Het eerste zonnetje staat de hele dag op die muur en geeft onderaan bij zijn voeten de warmte af aan het water. Dat vinden die vissen wel wat. Maar een korf van 25 gram kunnen ze wel aan gehaakt worden maar echt verplaatsen lukt ze niet. De lijn valt dus plotseling slap. Nu kunnen ze alleen maar naar mij toe zwemmen of langs de muur naar lings of rechts. Maar alles komt naar me toe naar de minste weerstand dus. Waarom dan de groter altijd van je af zwemmen. Weer wat om over na te denken te filosoferen aan de Stamtisch van Warung Freek de Bassbuster Tafel onder het genot van een drankje en een hapje.
Het is een goede zet geweest van de vereniging om hier die karpertjes uit te zetten. Die zwarte doerakken die alle wateren leeg vreten hebben moeten deze maat van vissen niet of ze kunnen ergens anders beter krijgen. Haringvliet en het zeewater is vlak bij. Ik zie een harinkje ook liever dan een voorntje. Weet nog dat ik echt niet meeging als ventje van tien jaar op vakantie als mijn hengel niet mee mocht. Wij naar Markelo op vakantie daar waar mijn vader en Oom bij gevoederd werden in het laatste jaar van de oorlog. We hebben nog steeds goed contact maar toe gingen we elke jaar een weekje er naar toe. Slapen in het hooi was een feestje voor ons in de stal, de deel. De koeien liepen toch buiten. Ik dus naar een wetering met mijn bamboe stok en kwam thuis om toch wat te kunnen laten zien en had wat dikke voorns in de voeremmer gedaan. Goed gedaan zij Oma en ik hoefde ze niet terug te gooien. Ze werden geschubd, schoongemaakt en lagen op het bord ‘s avonds naast de aardappels. Mijn vader moest wel lachen. Dat waren we niet gewent. Het vlees in de grote vriezers stond Freek op want vlees met dat vet er aan waren we niet gewent. Er werd dus voor de familie gedacht het hele jaar en verwent als we kwamen. Zo ook deed oma altijd haar best met koken en 1 dag in de week maakte m’n vader dan Bami. Dat was andersom. Iedereen vond het heerlijk maar zou graag de verhalen horen van Wim. Die was de leeftijd van mijn broertje Hans. Die waren die specerijen niet gewent er werd daar gekookt zonder zout en je deed dat er op tijden het eten. Zal die verse aardappeltjes zo uit de grond met een beetje zout nooit meer vergeten. Wat een smaak. Heerlijk. Gouden herinneringen.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!