Polder Karper 5

Netjes gehaakt.

Vanmiddag 20 augustus 2016 na het werk nog eventjes met Leo naar de waterkant. MacGyver is laat want zijn verf klusje met een theekastje loopt uit maar hij wordt wel heel erg mooi. Weet er alles van want hij heeft em van me gekregen. Is gemaakt van Indonesisch hard hout, een spijkertje moet je voor boren volgens de deskundige. Ik ben blij dat hij er zoveel lol in heeft met Monica hem te restylen.

Tussen de middag al makkelijk gegeten door de drukte in de winkel verse broodjes met knaks dus moet het vanavond in de polder maar een cholesterol hap worden. Pakje spek, dito doosje eieren en wat plakken kaas, wat peper, koriander, paprika, gember, kurkuma, chili, mosterdmeel, foeli, kardamom, ui en sambal moet het gaan worden tussen een boterhammetje. Geen warme hap dus maar alles hebben we er voor over aan de kant voor het vissen.

Dus ik zit klaar alles uitgepakt en opgezet om een uurtje of vijf tussen het riet. Het is levendig en ik krijg een paar lijn zwemmer. Kan natuurlijk van alles zijn maar er is leven. We hebben er immers niet gevoerd. Een dikke weg loper die ik eventjes voel en na een tweede run moet ik dan lossen. Hoe kan dat nu. Dat ziet er veelbelovend uit voor vanavond. Als dan een uurtje later Leo er aan komt na de potten verf dicht te hebben getikt.

Het is een heerlijk plekkie.

En net als de laatste keer haal ik dan de de derde hengel weg van het kruispunt waar hij graag ligt als Leo er aan komt en gooit de mijne nu veel verder langs de rietkraag. Het is vreemd vandaag kan ik melden aan Leo als hij arriveert. Ik krijg een aanbeet en de lijn valt slap. ik haal de lijn binnen en de lood montage ligt halverwege. Maar ik voel helemaal niets terwijl je zou denken dat de vis zich toch moet hebben gehaakt. Hij kijkt me aan en een beetje meewarig denkt hij dat ik al aan de Ballantines zit.

Maar dan is het al snel raak vanavond.

Ik gooi dus mijn lood richting Middelharnis langs de rietkraag en zet de lijn strak. En terwijl ik dat doe vertel zet Leo terwijl  zijn hengels installeert. En dan gaat de pieper achter me af. Hij ligt er net in zeg ik nog maar m’n lat staat dus al krom als ik em pakt  met heerlijke runs op zo’n vijftig meter.

Netjes in de lip gehaakt met nog Frans zijn rig.

We kunnen de vis nu samen landen en ik ben er reuze blij mee. Wat een mooi exemplaar is het weer uit de polder.

Nogmaals omdat het zo’n mooie strijder is.

Maar daarna is het over. Wat raar is dat toch. Volop leven en nu is het twee uur elkaar de beste verhalen vertellen onder een broodje ei. Dan krijg ik nog een zelfde aanbeet als een paar uur tevoren. Een dikke piep, het gewicht valt en de vis zwemt zeker twintig meter met het lood mijn richting in maar als ik de lijn in neemt voel ik niets dan het lood. Ben blij dat het nu ook gebeurt waar Leo bij is. Volgende keer maar eens alleen de lijn strak draaien is het advies van de karper mistro.

Wind is gedraaid, die krijg de schuld.

Dat we geen aanbeten meer krijgen wijten we aan dat de wind is gedraaid van vol op de bek naar 90 graden naar rechts. Je zoekt natuurlijk waarom het niet lukt van aanbeten naar niets. Maar we zitten lekker in de zon achter het riet en de bui waait precies om ons heen. En dat is een mooi gezicht die zwarte lucht die we om ons heen zien draaien. We zitten hier net droog.

Maar dan hebben we een toetje op de taart.

Maar dan krijg Leo wel een hele rare aanbeet. Hij loopt even maar geeft het dan op. Zal een brasem zijn zegt Leo maar dan gaat hij er weer vandoor. Volgens mij is het een dikke paling zeg ik want die lopen in dit jaargetijde. En bij de eerste zicht in het donker lijkt het er ook op maar we kunne een kreet van vreugte niet onder drukken hier in de polder. Het is een mooie zeelt. Die heb ik hier nog nooit gevangen zegt Leo en die heeft hier al wat uurtjes liggen. Deze Tinca tinca of te wel de doktersvis is een kers op de taart vanavond. Wat zijn we daar blij mee met deze zeelt uit de polder. Een schitterend exemplaar waarschijnlijk nog nooit gevangen.

Zeelt

De zeelt (Tinca tinca), ook gekend onder de naam louw, is een vis, die tot de karperachtigen behoort en tot ca 70 cm lang kan worden.

Beschrijving

De vis heeft een groenige kleur die varieert al naargelang de bodem en de leeftijd, en hij heeft een dikke slijmerige huid met zeer kleine schubben. De zeelt is goed herkenbaar aan de rode iris in zijn oog, de bolle vinnen, de nauwelijks ingesneden staartvin en de baarddraden. Mannetjes zijn goed te onderscheiden aan de grotere buikvinnen. Ze reiken tot voorbij de anus en hebben ook een sterk verdikte eerste vinstraal. De oorspronkelijke Nederlandse zeeltvariëteit heeft een donker mosgroene kleur, maar in het verleden zijn ook meer licht bronskleurige zeelten uitgezet. Visjes van nog geen vier centimeter hebben een zwarte vlek bij de staartwortel, een zogenaamde oogvlek. Misschien dient deze vlek om predatoren in het ongewisse te laten wat de voorkant van de vis is.

Levenswijze

Zeelten leven over het algemeen in flink begroeide stilstaande of langzaam stromende wateren met een zachte modderige bodem, waar ze zich overdag meestal passief in de vegetatie verschuilen. Als de zeelt voedsel zoekt, zuigt hij bodemmateriaal op, waaruit de eetbare diertjes worden uitgefilterd, of hij zuigt diertjes van de vegetatie af. Als voedsel dienen met name waterslakken en verder erwtenmosseltjes, kreeftachtigen, insectenlarven en plantendelen. In mei en juni wordt bij watertemperaturen van 18 tot 20 °C gepaaid. Hierbij is een flinke onderwatervegetatie essentieel. Een vrouwtje kan 300.000 tot 800.000 eieren afzetten. In de winter houdt hij een winterslaap, ook periodes met een laag zuurstofgehalte overleeft de zeelt door zijn stofwisseling op een laag pitje te zetten (acstivatie).

Leefgebied

De zeelt komt voor in het grootste deel van Europa en W.-Azië in allerlei wateren met een rijke onderwatervegetatie. Ze komen voor in alle denkbare stilstaande en langzaam stromende wateren met een vrij zachte bodem. Ook in zand en grindafgravingen komen zeelten voor die daar ook flinke formaten kunnen halen. Brakke en vegetatiearme wateren worden gemeden. In Nederland is de zeelt talrijk in allerlei wateren en in wateren waar door de uitbundige plantengroei ’s nachts en ’s ochtends zuurstofgebrek kan ontstaan, is de zeelt vaak de dominante vissoort.

We zijn er reuze blij mee

We nokken af na deze vangst. Zal het de wind geweest zijn die plotseling uit een andere hoek kwam zodat de aanbeten stokten. We geven die graag de schuld maar die heerlijke uren neemt niemand ons meer af. In het zonnetje achter onze rietkraag. Een heerlijk afsluiting van onze Polder Carp sessie’s.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *