Op zoek naar Rfb.
Donderdag 17 juli 2014 afgesproken met Arie om de roofblei op te zoeken in het Delta gebied maar ik lig aan de bank gekluisterd. Jicht speelt me weer parten en ik kan niet lopen. Maar met de medicijnen die ik tegenwoordig er dan voor slik ben ik meestal de volgende dag weer op de been met of zonder wandelstok. Dus we spreken af voor zaterdag.
We nemen nogal wat mee want als we de roofblei niet kunnen vinden dan wordt het taai vandaag op het Haringvliet dus nemen we ook wat zwaarder hengelmateriaal mee om te kunnen trollen met grote pluggen en dito shads weg te kunnen zetten op de wierbedden. Misschien kunnen we dan een snoek verleiden tot een aanval op ons kunstaas. Komt nog bij dat ik mijn MinnKota’s nog niet terug heb en mijn fishfinder de HuminnBird. Alles ligt bij Nautic om te testen want er mankeert alles bij elkaar nogal wat aan en ze komen er niet uit. Maar er schijnt licht aan de andere kant van de tunnel. Er moet een diode worden vervangen zegt MinnKota in Amerika dus ik hoop volgende week alles weer terug te hebben.
Als Arie dan een bak koffie neemt om iets over zessen, ik de gebakken eiren met gerookte ham op de boterhammen drapeert, dat moet dan maar want de ontbijtspek is op en de thermosfles afvult zijn we er beide klaar voor en sjezen naar de helling in Middelharnis. De boot ligt er zo in en er staan nog twee auto’s met een Pega Comfort er achter en daarvan is er eentje die zijn medemens wel heel erg onderschat. Zijn rechterraampje staat nog half open met aan boort een halve hengelsportzaak. Ook zie ik overal zakjes met streamers en vliegen en ik denk dat ik wel weet van wie deze combinatie is. Heb vorig jaar een zwarte vlieg gekregen bij het Oostvoornse Meer en me er het leplazeres mee gevangen. De draden hingen er aan en tot de op de haak versleten, helemaal uit elkaar getrokken was hij na een paar dagen viseen. Zal ik een zakje uit de auto pakken en op het water zeggen dat hij deze moet gebruiken vandaag. Zou zijn gezicht dan wel eens willen zien dan als ik met zijn eigen vliegen aankomt. Toch maar niet want stel dat het niet de auto is van de gene die ik denk dat het is….
Maar op één van de bekendste Roofblei stekken van het Haringvliet is hij Rob Kraaijeveld daar aan het vissen. Eerst gelooft hij het niet en kijkt zijn vismaatje aan maar dan zegt hij dat tie zodadelijk terug gaat naar de helling gaat. Ik zou direct zijn gegaan want je auto leeg geroofd baat niet tegen de kosten die je krijg van een opvarende maar goed. Wij gaan het Spui op want voordat de stroom draait willen ook wij op onze stek zijn. Ik roep em nog na dat hij deze stek kwijt is als hij terug vaart maar hij kan daar hartelijk om lachen. Stekken zat op deze grote plas en er zijn er maar weinig bij die hij niet kent
Maar na een uurtje werpen op het Spui op de banken en steile taluuds hebben we nog niets kunnen trickeren tot een aanval en de stroom zit er ook niet geweldig in. Had al op de getijde tabel gezien dat de ebstroom een stuk minder sterk zou zijn dus wat doen we. We willen wel van het hoogte punt van de felle stroom gebruik maken maar de rfb. laten het hier afweten. We gaan terug naar het Haringvliet misschien dat we vadertje glasoog kunnen vinden of misschien een baars kunnen vangen maar dat zal niet meevallen want we zijn zo blind als een mol zonder fishfinder. Alles op gevoel, de kennis van ons water maar het valt niet mee een talud te volgen. Maar als we langs de stek varen waar we wilden beginnen is Rob er niet terug gekeerd en hier kan ik mooi ankeren dus dat doe we dan ook gelijk. Toch nog even proberen maar als ze het echt hier doen dan ziet het er ook wit van de meeuwen en sterntjes die een graantje mee willen pikken van de vluchtende aasvisjes
Maar dan zien we ze toch onze vriend “Aspius aspius” af en toe jagen en dan duiken die paar sterntjes die er zijn op de angstig vluchtende aasvisjes. Het is niet wild maar ze zijn er dan toch en wat belangrijker is ze azen
De roofblei (Aspius aspius) is een zoetwatervis. Deze exoot is een echte rover en komt voor in de wateren van de Benelux. De roofblei is een zijdelings afgeplatte gestroomlijnde vis, met een puntige kop. Het oog is kleurloos en de bek is groot voor een karperachtige. Wat opvallend aan deze roofvis is, is dat hij geen tanden heeft. Wel heeft hij aan de punt van de onderkaak een verdikking, die precies in het kuiltje in de bovenkaak past. De roofblei heeft grote, puntige vinnen waarmee hij flinke snelheden kan bereiken in het stromende water. Kleine exemplaren lijken op de alver, die een veel kleinere bek heeft, nog wat stijver aan doet en een blinkend zilveren schubbenkleed heeft. Hij lijkt ook wel op de winde, maar heeft een veel slanker uiterlijk en een puntige kop.
De roofblei is in Europa de enige karperachtige waarvan vis het hoofdbestanddeel van het dieet vormt. Grote windes, barbelen en kopvoorns eten ook regelmatig visjes. Hij jaagt voornamelijk op de alver, die in dezelfde watertypes te vinden is. In de zomer jaagt hij vaak aan de oppervlakte van het water op de scholen jonge vis, wat voor een behoorlijk kabaal zorgt. Hij plant zich voort in stromend water, maar hij kan ook wel in stilstaand water voorkomen. Heel grote exemplaren komen voor op wat grotere diepte of in de hoofdstroom van de grote rivieren. De opening van het Main-Donaukanaal in 1992 is het begin van de intocht van veel exoten waaronder de roofblei. De roofblei is te vinden in de grote rivieren in Nederland zoals de IJssel, Rijn Vecht en de Waal, maar ook in kanalen en kolken die daarmee in verbinding staan zoals de Biesbosch. In Duitsland hebben ook veel uitzettingen van roofblei plaatsgevonden, zodat nog onduidelijk is hoe de soort het Rijnstroomgebied heeft veroverd. De roofblei heeft zich enorm uitgebreid in de negentiger jaren. Op het ogenblik is het de talrijkste vis in de haventjes en kanalen langs de grote rivieren. Het is nog de vraag in hoeverre de predatie van roofblei invloed heeft op de stand van prooivissen en concurrenten. In de Donau leven ze al eeuwen samen met dezelfde vissen als die in Nederland, zodat geen desastreus effect verwacht kan worden. Een van de factoren waardoor de roofblei het goed doet, is de verbetering van de waterkwaliteit. De roofblei is een echte oppervlaktevis die te vinden is in de buurt van snel stromend water waar hij op vis jaagt. Door het stromende water en de kolken wordt de prooivis verward en de roofblei schiet met hoge snelheid onder de prooivis door om hem alvorens van voren aan te vallen. Het is een zeer gewaardeerde sportvis geworden in Nederland. Op deze vis kun je heel goed vliegvissen. Maar hij is evengoed met kunstaas te vangen. De soort jaagt vooral op “speldaas”, dit zijn kleine visjes die net zijn uitgekomen en een makkelijke prooi zijn voor deze zeer snelle rover.
Bron; Wikipedia
En weer net als een paar wkn. geleden met Arie doen we er alles aan om ze te verleiden tot een aanbeet. Plugjes, poppers, vliegen, streamertjes als het maar klein is want de aasvis is ook maar drie centimeter groot hebben we gezien in de haven. Ermee werpen hoeven we niet echt, we laten het meestromen tot ver over de stek heen om het vervolgens terug te vissen. Dat is het mooie van ankerent vissen op de stroom. Maar na een klein uurtje ploeteren en wisselen van kunstaast is het Arie die dan eindelijk met een kromme lat staat en het gevecht van z’n leven heeft
En dat wordt het dan ook. De dril duurt best wel lang want bijna alle lijn staat uit van de molen en haal die eerst maar eens terug tegen de stroom in en een dikke roofblei aan de andere kant die daar helemaal geen zin in heeft. En dan heb je van die pleziervaarders die helemaal niets met vissen hebben dus niet zien dat er minstens honderd meter lijn uit staat. Er zit gemiddeld driehonderd meter op de spoelen omdat je de gevlochten lijn die ik gebruik op spoelen koopt van 100, 300 of 1000 meter en honderd is te weinig. Raak je wat kwijt met vastzitten of slijtage dan zit je al snel met te weinig lijn op de molen met een serieuze vis. Die niet vissende water ratten zien alleen maar een kromme hengel en snappen niet dat ze over je stek heen varen, de vis verjaagt en die weer voor een tijdje verziekt is. Gelukkig blijft de vis nog diep maar je eerste roofblei kwijt raken omdat de lijn de onderkant van die boot raakt daar wil je even niet aan denken
Jeetje wat een geweld is dat, ik heb zelfs pijn in m’n onderarmen hoor ik zeggen na de zoveelste run die de vis neemt en de slip giert het weer uit. Het is een fantastische dril en die zal Arie niet snel vergeten. Ik hoop dat die kan slapen vannacht maar dat moet geen probleem zijn want hij heeft maar vier uurtjes geknapt vannacht. Maar mooi dromen zal hij zeker. Wat een brute kracht de vis laat zich van zijn beste kant zien en op dit open water kan dat. De dreunen op de top zijn fantastisch maar hij gaat het toch verliezen van Arie. Als we hem dan eindelijk kunnen landen staat zijn PR gelijk op 72cm en wie kan daar over mee praten
Ik doe natuurlijk gelijk wisselen van kunstaas en doe zo’n raar friebeletje er ook aan alleen in de kleur blauw i.p.v. wit waar Arie hem op ving want ook dat hebben we in alle kleuren aan boord en de tweede drift krijg ik ook er een ram op, zo hard dat ik bijna m’n nieuwe hengel kwijt bent. Die kan aan de bak en hij bevalt primadelux. Een roofblei pakt met als een forel overwegend zijn prooi van voren met groot geweld. Hij schiet onder de school opgejaagde aasvisjes door en de knallen die je dan op de lijn zonder enige rek krijgt zijn formidabel. Heb dan je hengel goed vast want anders ben je hem geheid kwijt
Deze Godtfather Parabool van 14-28gr. gaat niet zo mooi rond als m’n vorige stok een Trouth 5-25gr. die is gesneuveld toen ik met Erik viste op de makrelen met de vlieg bij de nieuwe blokken voor de Maasvlakte vorig jaar. Hij is een stuk strakker maar kan daardoor ook de vis beter sturen maar op open water is dat natuurlijk niet echt nodig. We hebben hier dus misschien nog een punt voor Sinterklaas of de kerstman. Heerlijk is dat zo’n roofblij drillen op grote afstand op dit lichte materiaal
Ook deze neemt weer de nodige runs heerlijk is dat wanner hij met zijn kop slaat, die beuken op de hengeltop opgevangen op de zachte top en dan die runs links en rechtsom weer richting open water opgevangen door de body van de hengel
Ook deze vis is mooi dik en rond, 2 cm groter dan de vorige en in prima conditie. Snel een paar foto en hij gaat direct weer terug in z’n element. Omdat het zo hard stroomt doen we hem, of haar in het landingsnet. De bek in de stroming en na korte tijd slaat hij al met zijn staart en springt bijna het net uit. Goud is het maar het is ook gelijk over. De stroom is wat minder en we zien niets meer. Geen jagende predators in ieder geval meer op deze stek. Ja wat we wel zien is dat de pleziervaart met grote getale er is en weet ik weer waarom ik alleen maar doordeweeks vist
We worden gebeld door Annet waar we Brett willen ophalen. Die heeft een heeel slechte nacht gehad want wilde al gelijk mee vissen vanmorgen vroeg. Maar voor een acht jarige is dat wel een hele lange zit. Annet heeft een appeltaart gebakken en Ruud Vester de kersverse havenmeester van zuidland kan ook gelijk meegenieten. Heerlijk bij de koffie want de taart is nog warm
Na een uurtje relaxen gaan we trollend langs het talud weer terug naar het Haringvliet. De Oude Maas zonder diepte meter wordt niets en is te gevaarlijk voor een 8-jarige Rookie. Maar op een stevige beuk na waarna we het kunstaas uit de planten moeten redden en de stalen onderlijn flink beschadigt is is er weinig te beleven zeker voor de ongeduldige Brett
Ik zal het talud wel hebben geraakt maar een mooier verhaal is natuurlijk dat we een aanbeet hebben gemis van een grote snoek haha dus dat houden we er in voor vandaag. Na ook de ondiepten en banken voor het Spui aan Zuidlandse zijde afgestruind te hebben steken het Haringvliet over richting Middelharnis en trollen deze kant af langs de molens richting Den Bommel
De snoek (Esox lucius) is een grote zoetwatervis uit de familie snoeken (Esocidae). Het is één van de bekendste roofvissen die in België en Nederland voorkomt. De snoek is daarnaast in delen van Europa, Azië en Noord-Amerika te vinden. De snoek is een zoetwatervis en heeft in vergelijking met andere zoetwatersoorten een karakteristieke, torpedo-achtige lichaamsbouw. Snoeken kunnen 15 jaar oud worden.
De snoek is een algemene soort in Nederland en België, en is te vinden in vrijwel alle binnenwateren. De vis leeft in zoet water maar kan ook worden aangetroffen in brakwater. Daarnaast komt de soort voor in vrijwel heel Europa, Noord-Amerika en in delen van Azië. In Noord-Amerika komen naast de snoek (Northern Pike) ook andere soorten voor waarvan met name de wat grotere en sterkere muskellunge (Esox masquinongy) noemenswaard is. Ook in de Amoer komt een mooie snoeksoort voor, de Amoersnoek (Esox reichertii). De snoek heeft een karakteristieke bouw; een zeer langwerpig, torpedo-achtig lichaam met kleine vinnen en een kenmerkende snavel-achtige bek. De rug en anaalvin zijn bijna symmetrisch en naar achteren geplaatst. De onderkaak is duidelijk langer dan de bovenkaak en steekt uit.
De kleur van de snoek is variabel, van groenbruin tot grijsbruin met goudkleurige stippen, vlekken of strepen op de flanken, de buik is geelwit. Hoe ouder de vis wordt, hoe meer hij zijn goudgele patronen verliest; oudere exemplaren zijn vaak egaal en donkerder van kleur. De vrouwtjes kunnen een lengte van 1,40 meter bereiken, terwijl de mannetjes niet groter worden dan ongeveer 85 cm. De snoek is een roofvis die voornamelijk leeft van vissen, maar ook amfbieën, kreeftachtigen en knaagdieren en zelfs de musketrat wordt gegeten. Zelfs jonge watervogels worden van onderen belaagd en ook de soortgenoten en jongen van de snoek zijn niet veilig. De voorkeur van de snoek gaat echter uit naar vis, en met name op zieke en verzwakte exemplaren die makkelijker zijn te vangen wordt gejaagd. Zodra de prooi is gegrepen wordt deze zo gemanoeuvreerd dat de kop altijd als eerste naar binnen gaat, overigens net zoals bij slangen en met dezelfde reden. Als de snoek een behaarde, gevederde of gestekelde prooi zoals een stekelbaars andersom doorslikt dan kan de prooi door de tegengestelde veer- of haargroeirichting van de stekels vast komen te zitten.
Aan de anatomie van de kop is ook al te zien dat snoeken hun prooi vaak van onderen naderen. Ook het kleine snoekje op de afbeelding laat kenmerkend jachtgedrag zien. De snoek is goed in staat heel langzaam te sluipen en zijn positie in het water aan te passen, waarbij de rugvin en de borstvinnen kleine bewegingen maken. Voordat hij zijn schot inzet kromt hij zijn lichaam en gebruikt hij het oppervlak van staart-, rug- en anaalvin om zichzelf tegen af te zetten. De snoek heeft ook een voorkeur voor relatief grote prooien, maar als in de zomer de kleine witvissen en baarzen in enorme hoeveelheden rondzwemmen kan de snoek ook tijdelijk op deze prooien overschakelen. Opvallend is ook dat snoeken graag baarzen eten, die toch flink beschermd lijken te worden door hun stekelige rugvin. Op plaatsen waar alleen stekelbaars en snoek voorkomen kan de snoek ook prima op een dieet van stekelbaars overleven.
De snoek is een vis die voornamelijk op het zicht jaagt. In een milieu waar het water te troebel is zal hij ondanks het ruime aanbod aan voedsel verdwijnen. Oudere dieren kunnen in troebel water (waar geen planten in kunnen groeien) nog wel jagen, maar voor de jongere dieren zijn er geen schuilplaatsen meer, wat ze een veel kleinere kans op overleven geeft. Voor het vangen van prooien is ook dezijlijn van de snoek een belangrijk zintuig. Hiermee kan de snoek waterstroompjes zeer nauwkeurig waarnemen, zoals een zwemmende prooi. Bij een snoek zijn ook gaatjes in de kop te zien die deel uitmaken van het zijlijnsysteem
Bron: wikipedia
Maar Brett is de concentratie een beetje kwijt, ik ook al mijn boterhammen met ei en rauwe ham, de appeltaart is nergens meer te vinden in de boot zo ook Arie zijn boterhammen. Wat overblijft is zijn zijn eigen boterhammen met boterhammen worst…
Maar in boterhammenworst heeft niemand zin in. Dat is dus geen vissermanskorst dat blijkt wel. Dat zijn allemaal lekkerbekken. Zwemmen daar heeft hij wel trek in en wij zijn dat trollen ook wel een beetje zat. Ook ik vindt dat de minste tak van het vissen op groot water maar midden op de dag in dit jaargetijde is gewoon de slechtste tijd om te vissen op onze rovers vrienden zeker als de stroom er ook helemaal uit is. Dus dan gaan we zwemmen
We steken het Haringvliet over richting Hoekse Waard om te proberen te verticalen en te werpen richting ondiepten voor de Korendijkse slikken en Nieuwendijk om nog wat te kunnen vangen
Het is lastig zonder dieptemeter maar we kennen het talud en we kruisen met de wind mee van twee naar tien en af en toe dieper om alle kleuren shads over de bodem te laten dartelen maar het valt tegen. Geen enkele reactie daar onder water
Maar de wind steekt op dik over Bfr5 zo te zien want zoals op de cursus geleerd dat met witte koppen op de golven het windkracht 5 zou moeten zijn. Dat is niet fijn vissen en met al die grote boten en dito golven hennen we het na een uurtje wel gezien. We gaan de luwte opzoeken richting de helling in Middelharnis. We varen terug en zo af en toe gaat het buiswater over de boot heen midden op het Haringvliet. Dat vindt Brett wel wat en ik denk dat dat zijn hele dag goedmaakt. Nu vindt ik dat ook wel wat om zo’n dikke golf mee te pakken en we zijn drijfnat maar voordat we in de haven zijn maar we zijn alweer droog door dat hete zonnetje als we traileren. Brett wil nog even ion de haven zwemmen terwijl wij alles rijklaar maken. Was weer een heerlijke dag op het water maar ik kan niet wachten tot dat het seizoen weer los barst want we komen om te vissen.
Reactie’s
Hoi Freek;
Twas een geweldige ervaring!!!!
Leuk verhaal weer.
De appeltaart en gehaktballen hou je nog te goed!!!
Graag weer tot een volgende keer!!!!
Arie,Annet en niet te vergeten Brett!!!
–
Jose van der Vos heeft gereageerd op je foto.
Wow wat een kanjer!
–
AnnetArie Krijgsman heeft je status gedeeld.
–
Ron Ligtmans heeft gereageerd op je bericht.
Beste vissen Freek beter als vroeger achter zwembad de dubbel Ha Ha
–
Joop de Jong heeft gereageerd op je bericht.
Mooie vissen.
–
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!