Springtij, toch geen goed idee…
Het gaat een gewoonte worden geloof ik; ‘s morgens vroeg op want vrijdag 16 september 2011 om kwart voor zes staat Jacques Schouten te kloppen op de voordeur. En dat kloppen vindt Henny natuurlijk beter dan bellen hoewel ze me wel wakker heeft gemaakt om vijf uur mijn duifje anders verslaap ik me subiet.
We zijn er helemaal klaar voor want Jacques wil graag een baars vangen van 50 cm of meer. Dat wordt dringen want de tijd is er eigenlijk niet meer voor. Juli – augustus was dit jaar fenomenaal op het Haringvliet qua aantallen en formaat. Er is al een baars gevangen van 57cm volgens Jacques dus die magische grens is er misschien wel. Zou wat wezen eentje van 60 cm. Dat wordt dan gericht vissen denk ik met dood aas, makreel, sprot, misschien haring zoute vis dus om je kans wat te vergroten i.p.v. een voorntje. Natuurlijk is het Haringvliet de perfecte plaats daar voor. Het is immers het eindpunt van alle rivieren en wat Jacques terecht opmerkt. Wat er binnenkomt, forel, zeeforel wil misschien niet meer eens terug naar het zoute. Er is vreten zat op het Haringvliet. Er worden ook steeds meer bruine zeeforellen gevangen met zo’n mooie haakbek. Standvis noemen we die want die zijn al een aantal jaren actief op het binnenwater. Als zeeforellen binnenkomen zijn ze nog zilver met van die mooie zwarte stippen.
Maar wij zitten all een uurtje op het Haringvliet maar we hebben nog geen aanbeet kunnen registreren. Verkassen maar wat is verstandig. Gisteren was het Spui redelijk dus daar gaan we heen richting Oude Maas.
We vissen alles af werpend, vertikalend, diogonalen, dropshotten maar niets, nada op het Spui, geen enkele aanbeet en als we dan op het Oude Maas aankomen is het al na enen.
We kunnen nu niet zeggen dat het niet stroomt want het gaat als een jekko maar de waterstand is verschrikkelijk laag en dat kost ons pluggen. We zitten meermalen vast en verspelen wat eigenlijk nooit gebeurt. Zou die oosten wind en Springtij ons nekken. Gelukkig is de picknickmand van Jacques onuitputtelijk. Hij geeft ook eerlijk toe dat Sylvi die vanmorgen heeft ingedeeld. Broodjes Paté en rosbief met een Frans kaasje na heerlijk met een drankje met stukjes Aloe Vera dat ik niet kende eerlijk gezegd. Heerlijk was het in het zonnetje en op de rivier uit de wind kon het jasje uit. We driften langs de het talud werpend het hele stuk terug naar het Spui vanaf stek Pakistan maar we krijgen geen tik. Maar we willen natuurlijk vissen zien hoe heerlijk het ook is op het water en die waren waarschijnlijk op vakantie. In ieder geval azen ze niet en of dat de waterstand, zuurstof gehalte kan dat me niet voorstellen met deze stroming, PH of temperatuur is wat roet in het eten goot ik weet het niet. We moeten maar eens aan een logboek beginnen en noteren dus.
Dan eindelijk beweging voor in de boot. Maar we hebben een nieuwe PR. De nul is eraf en we kunnen nu thee zetten. Ik krijg nog wel een ram erop en dat na zeven uur vissen. Maar hij schiet los op een meter water. Een losser dus. Jammer want we kunnen dat best gebruiken voor het moraal onder de bemanning maar voor Jacques maakt dat niets uit. Nog niet zo’n rustige en relaxt figuur in de boot gehad. Komt het vandaag niet dan wordt dat morgen is zijn motto. Die heeft overal al gevist en kent het klappen van de zweep. Hij weet het al geen ander; het heet vissen en geen vangen. Ik zelf wordt altijd onrustig want aan blanken wil ik niet eens denken maar zoals altijd komt dat best goed.
We gaan terug naar ons eigen “Spui” want na een paar uurtjes gooien op drift zien we wel in dat ze hier op de Oude Maas niet zitten met deze waterstand.
En op onze eigen stekken vangen we dan gelukkig wat baarzen al werpend tussen de waterplanten door. Kan toch raar lopen, eigenlijk gebeurt dat elke slechte vis dag. eenmaal gaan ze toch azen en dan moet je er zijn. Maak je een lange dag dan maak je altijd wel zo’n uurtje mee zijn de woorden van mijn vismaatje Joop Flohil. Het is hard werken want we trekken veel planten. Maar nog steeds is een slechte dag vissen beter dan een goede dag op je werk. Toch, en met dit weer het is nu heerlijk in het zonnetje op het Spui uit de wind.
We gooien driftend op onze stekken en als we dan over mooi talud gaan die we nu wel zo’n beetje uit ons hoofd uit kunnen uittekenen waar we dan vertikalen daar mag ik dan ook een aanbeet verzilveren. De eerste snoekbaar van vandaag. We vissen natuurlijk het hele talud af en varen dan weer terug of dat er misschien meer zitten maar dan van een groter formaat.
En op precies dezelfde plek vangt Jacques nu met vissend, vertikalen van het talud af naar dieper een mooie snoekbaars. Goh, hoor ik voor in de boot zeggen; dat vertikalen heeft wel wat want hij doet dit voor het eerst en zit daar met een kromme stok. Vangt de beuken op en na een paar runs komt er een mooie snoekbaars boven. De sjet zit diep dus die aanbeet voel je tot in je schouder op gevlochten lijn. Die is voor eeuwig verkocht aan het vertikalen kan ik je vertellen. Eenmaal die aanbeet, die dreun tot in je schouder gevoelt daar droom je dan van, erger houd je nachten wakker.
En we varen iedere keer weer op want ze liggen echt op een vierkante meter en alleen driftend van het talud af. Het is even lastig met de wind om die vierkante meter te vinden maar dan is het ook raak voor in de boot. Zo maken deze vissen onze dag weer goed maar na drie exemplaren is het over en we gaan weer verder op het Spui richting Haringvliet.
Dan zien we meeuwen duiken en dat vinden we natuurlijk prettig. Liever sternen want dan weet je dat de roofvis jaagt. Meeuwen zijn meer de vuilnisbakken van het grote water en dat klopt ook nu wel weer.
Een Harder probeert te ontsnappen aan de meeuwen maar met een gebroken rug. Hij duikt een halve meter maar komt telkens weer spartelend boven. Wat die vis is tegen gekomen, geen tanden te zien op de huid dus een snoek is het niet geweest is misschien een flinke Meerval. Die zij er gek op en natuurlijk zitten er daar hele grote van in het Haringvliet. Je moet eens kijken als je daar gericht op zou vissen. Kijk zo doe je dat zegt Jacques, gewoon scheppen hier in het Haringvliet. En op die rare plekken na, waar heeft hij tussen gezeten is het een mooi exemplaar. We helpen hem natuurlijk uit zijn lijden. We gaan zo eind van de dag nog naar de één na beste stek van het Haringvliet. Maar ook daar op die wereldstek krijgen we geen aanbeten meer. We zitten duidelijk verkeerd qua tij op dit moment van de dag.
De harders of harderachtigen vormen een orde, de Mugiliformes met maar één familie, de Mugilidae. Harders komen voor in alle wereldzeeën, zowel in de tropische als gematigde klimaatgebieden. Ze verblijven voornamelijk voor in kustwater, ook in brak water, sommige soorten in zoet water (Liza abu alleen in zoet water en estuaria).
Ze hebben twee rugvinnen, één rugvin met meestal 4 stekels en een tweede vin met vinstralen en een buikvin met 5 vinstralen. De zijlijn nauwelijks zichtbaar (indien aanwezig). Harders worden hoogstens 90 cm lang. Ze verplaatsen zich in scholen en voeden zich met kleine wieren. Bron: Internet.
Maar ook daar kunnen we niets vangen. Het is droevig gesteld vandaag. Dus dan maar naar de beste stek van het Haringvliet en dat is natuurlijk het Hoad
Ik zal je wat studie materiaal opsturen zegt Jacques. Mijn uitgegeven boeken over grote vissen vangen. Misschien had die dat beter vooraf kunnen doen denk ik dan, maar het was weer een heerlijke visdag taai heel taai maar daarom heet het vissen. Fantastisch is het ook op moeilijke dagen en ik wil er geen minuut van missen.
Jacques, bedankt voor de leerstof. Nu kan er weinig meer fout gaan natuurlijk. GrFreek.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!