Druk na vijven
Als ik vrijdag 18 oktober 2013 eind van de dag de Studio opruim begint het weer te kriebelen. Geen gasten voor de Stammtich dus tijd om m’n shadjes te leren zwemmen en om half vijf ben ik aan de waterkant waar het al gezellig druk is. Iedereen goedde zin heeft zouden ze in in het zuiden van ons land zeggen.
We pakken allemaal een visje weliswaar dreumissen maar daar is de lol niet minder om dus iedereen is van de nul af en dat is wel zo leuk voor de hele groep
Want vaak genoeg is het raak voor maar één persoon en zit de rest er naar te kijken en als het een grote is dan is dat wel makkelijk met de vis landen. Kan die gelijk helpen met het “Schepnet”
Of wordt het trapje gebruikt. Maar dan krijg ik een tweede dreun er op en voel gelijk dat ik serieus aan de bak mag
De vis blijft weer diep en neemt een run naar het diepe en gelijk is iedereen wakker als ze de gillende slip horen. De hengel buigt even door tot in het handvat en dan doet de molen zijn werk als ded druk te groot wordt. Het is een kwestie van de slip goed afstellen maar de kwaliteit van de moelen werkt natuurlijk ook mee. Heerlijk is dat die runs pareren en dat gaat maar door dreun na dreun zijn de vluchtpogingen tot in mijn schouder te voelen om haar dan eindelijk van de bodem af te krijgen en op half water krijg ik er meer grip op. Daar zijn de uitvallen net zo zwaar maar ik ga nu wat terrein winnen en kan nu meer lijn innemen dan dat ik prijs moet geven via de goed afgestelde slip op de molen en dan is de strijd beslecht en zwaar bonkend komt de vis aan de oppervlakte. Wow dat is een tachtiger zegt Jan de Spruitenkoning gelijk en daar moeten we hem gelijk in geven na meten door Issac. Precies goed geraden roept hij. Dat is de tweede deze week en heb daardoor een topweek. Mijn dag kan niet meer stuk, heerlijk is dat gevoel en de annedraline stroomt weer overvloedig door m’n aderen
Maar daarna is het afgelopen met de lol en gooien we ons een tennis arm maar tikken op de top kunnen we niet meer registreren buiten die ene steen of mosselbank na dan maar die weten we onderhand blindelings te vinden. Ik pak als laatste dan nog een dreumis die nu natuurlijk niets voorstelt na die bak van een Zander van zo even
Maar dan hebben we de boosdoener Esox Lucius of beter bekent een snoek. Baars en snoekbaarzen gaat niet samen met de snoek en zeker niet vanaf dit formaat. Hij heeft vadertje glasoog verjaagt, mag op de foto want het zijn formidabele mooie vissen maar niet gewenst op onze snoekbaars stek. We nokken af en ik ben reuze blij deze week met mijn vangsten…
De snoek heeft een karakteristieke bouw; een zeer langwerpig, torpedo-achtig lichaam met kleine vinnen en een kenmerkende snavel-achtige bek. De rug en anaalvin zijn bijna symmetrisch en naar achteren geplaatst. De onderkaak is duidelijk langer dan de bovenkaak en steekt uit.
De kleur van de snoek is variabel, van groenbruin tot grijsbruin met goudkleurige stippen, vlekken of strepen op de flanken, de buik is geelwit. Hoe ouder de vis wordt, hoe meer hij zijn goudgele patronen verliest; oudere exemplaren zijn vaak egaal en donkerder van kleur. De vrouwtjes kunnen een lengte van 1,40 meter bereiken, terwijl de mannetjes niet groter worden dan ongeveer 85 cm.
De snoek is een roofvis die voornamelijk leeft van vissen, maar ook amfibiëen , kreeftachtigen en knaagdieren en zelfs de muskesrat wordt gegeten. Zelfs jonge watervogels worden van onderen belaagd en ook de soortgenoten en jongen van de snoek zijn niet veilig. De voorkeur van de snoek gaat echter uit naar vis, en met name op zieke en verzwakte exemplaren die makkelijker zijn te vangen wordt gejaagd.
Zodra de prooi is gegrepen wordt deze zo gemanoeuvreerd dat de kop altijd als eerste naar binnen gaat, overigens net zoals bij slangen en met dezelfde reden. Als de snoek een behaarde, gevederde of gestekelde prooi zoals een stekelbaars andersom doorslikt dan kan de prooi door de tegengestelde veer- of haargroeirichting van de stekels vast komen te zitten.
Aan de anatomie van de kop is ook al te zien dat snoeken hun prooi vaak van onderen naderen. Ook het kleine snoekje op de afbeelding laat kenmerkend jachtgedrag zien. De snoek is goed in staat heel langzaam te sluipen en zijn positie in het water aan te passen, waarbij de rugvin en de borstvinnen kleine bewegingen maken. Voordat hij zijn schot inzet kromt hij zijn lichaam en gebruikt hij het oppervlak van staart-, rug- en anaalvin om zichzelf tegen af te zetten.
De snoek heeft ook een voorkeur voor relatief grote prooien, maar als in de zomer de kleine witvissen en baarzen in enorme hoeveelheden rondzwemmen kan de snoek ook tijdelijk op deze prooien overschakelen. Opvallend is ook dat snoeken graag baarzen eten, die toch flink beschermd lijken te worden door hun stekelige rugvin. Op plaatsen waar alleen stekelbaars en snoek voorkomen kan de snoek ook prima op een dieet van stekelbaarsoverleven.
De snoek is een vis die voornamelijk op het zicht jaagt. In een milieu waar het water te troebel is zal hij ondanks het ruime aanbod aan voedsel verdwijnen. Oudere dieren kunnen in troebel water (waar geen planten in kunnen groeien) nog wel jagen, maar voor de jongere dieren zijn er geen schuilplaatsen meer, wat ze een veel kleinere kans op overleven geeft.
Voor het vangen van prooien is ook de zijlijn van de snoek een belangrijk zintuig. Hiermee kan de snoek waterstroompjes zeer nauwkeurig waarnemen, zoals een zwemmende prooi. Bij een snoek zijn ook gaatjes in de kop te zien die deel uitmaken van het zijlijnsysteem.
Note; infotmatie Wikipedia
Reactie’s
Freek
Yvonne Koppenol-van Heerwaarden heeft gereageerd op je foto.
Yvonne schreef: Gaaaaf
–
Anneke van der Weijden heeft gereageerd op je foto.
Anneke schreef: Al weer z’n grote vis gaaf
–
Ivonne Pijl heeft gereageerd op je foto.
Ivonne schreef: Lekker bezig !!
–
Troutbuster Buster heeft gereageerd op je foto.
Troutbuster schreef: toch nog naar de kapper geweest ?
–
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!