VethsVK 22.13 Bibliotheek

We starten dus met regen en ik blijf een kwartiertje in de auto om die bui over te laten waaien. Als ik ergens een hekel aan heb dan is het beginnen en eindigen in de regen. Tijdens het vissen maakt het me niet uit dan kan je je spullen onder de plu het redelijk droog houden

Dus snel tussen de buien opbouwen en door die harde wind met af en toe windstoten van 7bfr vanaf het Haringvliet is het wel je hengel vasthouden. Wist dat ik in de auto al jaren van die aanrits flappen had en die kwamen nu van pas. Vastgezet met haringen en ik zit heerlijk uit de wind. En als het regent zit ik droog door diezelfde wind en zo kan ik toch makkelijk met de vaste stok vissen

Maar de plu van Jaap is helemaal top. Dat is er eentje die gebruikte de putjes scheppers in Rotterdam. Snel op te zetten en te verankeren in de grond. Werelds natuurlijk om te gebruiken bij het vissen. Naast me zit numo dan Jaap dus en daarna Kees, Harry en Martin op de meestal beste stekken. De laatste drie komt meestal de winnaars vandaan

Naast me zit Jan, Joop, Ger en Hans dus ik zit netjes in het midden op nummertje vijvtien. Jan naast me vist kort aan de kant en Numo zit te feederen tegen het talud aan de overkant op vijf meter diep. Dus gaat ik tegen een randje zitten te vissen op tien meter tegen mijn eigen talud rand. De enigste rand trouwens die ik ook kan vinden. Valt niet mee met die wind want de hengel staat zo nu en dan een meter uit het lood

Heb een pond hennep door mijn voer, ook wat gemalen uit een pak, kwart liter dode maden, klein blikje maïs, geknipte wormen en wat casters en dan maar variëren wachten op waar de dames en heren trek in hebben aan de haak. Het is allemaal kleine vis die ik vang. Het valt eigenlijk niet stil maar door die wind krijg ik op de gekste manieren knopen in de lijn. Moet dan weer een nieuwe haak aan zetten of de dobber maakt zo’n rare knoop dat ik opnieuw moet optuigen. Nee het zit niet mee maar daar heeft iedereen last van. Ja naast me heeft al twee keer zijn eigen schoen en een keertje zijn eigen jas gevangen. Geloof zelfs dat die dat heeft meegewogen. Met die harde wind valt het ook niet mee met de vaste stok vissen. Maar mijn eindsprint is redelijk op stukjes worm.

Ik kan toch nog dik vijftig visjes vangen maar kom maar aan de andere halve kilo. Dat was dus best wel werken steeds de hengel af steken. Net als vorige week hoopte ik op grotere vis bij het tweede talud van het kanaal. Maar Jan naast me weer twee meter uit de kant had een kleine 300gram minder gevangen en hoefde dus niet af te steken. Wat een kleine vis allemaal. Terwijl de eigenaar thuis komt van het huis achter me en die verteld me dat die altijd bij het trappetje zit twee meter van me vandaan. Daar zit een kuil en vangt er het hele jaar brasems op de maïs en niets anders. Met een brasem ben je winnaar vandaag. Ik heb al met die gele rakkers gevist, kleine stukjes en zelfs hele maar kreeg er geen aanbeten op. Was ook lastig vissen met die harde wind en dat zachte aas

Wij denken dat dat op het Haringvliet de aalscholver het probleem is. Er zitten er vele honderden tot ver boven de duizend die elke dag twee kilo moeten vis eten. De voorn populatie van twintig tot dertig centimeter is helemaal gedecimeerd. In onze havens zou het nu naar de winter bal moeten zijn maar die zit barstens vol met roofbleitjes en dikke snoeken. Het eerste gedeelte niets maar half tot einde haven ligt het opgestapeld en die aalscholvers drukken die scholen vis onder de bootjes en flonders. De havens van Brielle waren top stekken en daar was een lange wachtlijst om lid te worden. Er is niets meer van over. Geen dikke voorns meer te bekennen. Helemaal leeg getrokken door onze buitenlandse gasten. Die dieren milieu activisten zijn goed bezig. Wate3r wordt steeds helderder en de visstand rent achteruit

Een aalscholver lust wel een visje. Bij kanalen, meren en rivieren kun je deze forse watervogel tegenkomen. In de winter door het hele land, in de broedtijd vooral in en nabij de kolonies waar ze broeden. Ook in steden laat hij zich zien en is de aalscholver minder schuw dan daarbuiten. Voor de fotograaf een buitenkansje. Een aalscholver is niet te missen. Deze forse vogel van bijna een meter groot en een spanwijdte tussen 1.20 en 1.50 meter is een opvallende verschijning in de buurt van water. Of het nu de zeekust is, een meer, rivier of stadsgracht, de aalscholver kun je daar tegenkomen. Vooral in de winter als ze het land intrekken op zoek naar open water om een visje te verschalken. Met zijn haaksnavel en zwemvliezen is de aalscholver uitermate geschikt voor visvangst. In de broedtijd gaan de aalscholvers naar hun broedkolonies. Er zijn er ongeveer 60 in het land, waarbij de grootste meer dan 1000 nesten bevatten. De aalscholvers maken hun nesten in bomen. Door de uitwerpselen hebben de bomen het zwaar te verduren en zien wit van de mest. Het broedseizoen begint al vroeg, in januari. Met twee broedsels in het jaar (tweede vanaf april) zijn de kolonies lang bezet, soms wel tot augustus.

Een karakteristiek beeld is de aalscholver die op een paal rust met de vleugels gespreid. Dat is nodig om de vleugels te laten drogen, met natte vleugels kan de aalscholver niet vliegen. In tegenstelling tot bijvoorbeeld eenden, heeft de aalscholver geen waslaag op de veren die voorkomt dat het verenkleed nat wordt. Bij het duiken wordt de aalscholver dus kletsnat. Dat heeft wel als voordeel dat hij daardoor pijlsnel door het water kan bewegen op jacht naar vis. De aalscholver lijkt op het eerste gezicht pikzwart, maar bij nadere bestudering zie je dat het donkere verenkleed veel meer kleuren bevat. In het voorjaar zijn ze op hun mooist. De dekveren op de vleugels hebben een donkergroene glans met een zwarte rand. Dat geeft een schubachtig uiterlijk. Op de kop hebben ze vaak een witte tekening en een opvallende gele snavelvlek. In broedtijd zie je een witte vlek bij de dijen, onder de vleugels.Een aalscholver lust wel een visje. Bron; Internet

We hebben die duizenden vogel zien jagen op het Haringvliet voor het Spui op de banken midden in het Haringvliet. Het is wel een reusachtig schouwspel. Ze starten aan de ene kant van de bank en jagen de vis er van af richting de andere kant van de bank en daar ligt de rest te wachten met open bekken en dat kan wel eens een uurtje duren om een paar uur later te herhalen. scholen vogels zo groot als een voetbalveld duiken dan in het water

Dus moeten wij het doen met aasvisjes en de meeste zijn roofbleitjes. Gelukkig is daar de snoekbaars niet vies van en samen met die inheemse grondel ruimen die dat weer op. Maar zoals je jaren geleden en te lezen in de BassBusterAvonturen zag je metersdik de aasvis uit de kanten. Dan waren het de meeuwen en baarzen die zich er aan te goed deden en ze de kant opjoegen. Zoveel visjes waren er en die zie je ook niet meer

Maar ik heb weer dikke Mazzel vandaag. Vorige week al twee prima strandhengels met Molens overgenomen van Martin zodat ik een keertje mee kan met Jaap en Hans om vanaf de kant te gaan vissen op platvis. Een Spro Fast FWD S/10 en een Triana ZX-200 beide drie delig en 4 en een halve meter. Twee bijpassende molens van Shimano Titanos XT 600 en de 10000 met reserve spoelen, standaard en bijpassende foudraal. Krijg ik vandaag van Jan J een boothengel de van Shakespeare Ugly Stik 210 tweedelig15LB. Nog nooit gezien je kan het handvat er af halen zodat de hengelaktie intact blijft. Deze is onverwoestbaar en ziet er als nieuw uit. Heel blij mee en dat die maar flink makrelen mag gaan vangen volgend jaar. Ben weer een gelukkig mens. Jaap kiest voor volgende week weer Het Voornse Kanaal maar dan aan de Ravelijnstraat bij de bushalte. Dus niet je petje en zonnebril vergeten want daar zit je de gehele dag tegen de zon in te kijken